Het is je wellicht al opgevallen maar crosstraining heeft een eigen cultuur. En daar hoort ook een eigen taal bij. De onderstaande crosstraining afkortingen gaan je helpen om gesprekken te volgen in je box.

WOD formats

AMRAP: As many reps as possible. Dit betekent dat je zoveel mogelijk rondes of oefeningen binnen een bepaalde tijd dient af te leggen.
EMOM: Every minute on the minute. Dit betekent dat je iedere minuut een bepaalde reeks aan oefeningen dient af te leggen.
AFAP: As fast as possible. Dit betekent dat je een bepaalde reeks aan oefeningen zo snel mogelijk moet afleggen. Vaak wordt er een maximale tijd gesteld waarbinnen de reeks aan oefeningen afgerond dient te worden.
METCON: Metabolic condition. Deze type workouts hebben vaak intervallen en zijn vooral bedoeld om je uithoudingsvermogen te verbeteren, kracht op te bouwen en vet te verbranden.
RFT: Rounds for time. Dit betekent dat je binnen een bepaalde tijd een aantal rondes van een reeks aan oefeningen dient af te leggen.
TABATA: Dit is een HIIT training format met 8 rondes van 20 seconden werk en 10 seconden rust. De oefeningen die je in deze, in totaal 4 minuten durende, workout dient uit te voeren kunnen verschillen.

Dit vind je vast ook interessant: Top-3 beste crosstraining schoenen

Algemene crosstraining afkortingen

1RM: 1 repetition max, het maximaal gewicht dat je kan liften voor een oefening.
Benchmark WODs: Workouts die regelmatig terugkeren om vooruitgang te meten.
Box: De gym waarin crosstraining wordt beoefend.
Buy in: Je mag pas aan de workout beginnen nadat je deze opdracht hebt voltooid.
Buy out: Voordat je workout is afgerond, moet je deze opdracht voltooien.
BW: Bodyweight.
CFT: CrossFit total, een reeks aan oefeningen met een score die uitdrukt hoe sterk je bent.
DB: Dumbbell.
DNF: Did not finish.
DNS: Did not start.
Gym: Gymnastics.
KB: Kettlebell.
No-rep: Als een oefening niet goed wordt uitgevoerd.
OLY: Olympic Weightlifting.
PR: Personal record.
REP: Repetition.
RX: As prescribed, de workout precies uitvoeren zoals die is voorgeschreven.
Scaled: De workout niet uitvoeren zoals die is voorgeschreven, maar bijvoorbeeld met minder gewicht of minder herhalingen.
SET: Aantal herhalingen.
WOD: Workout of the day.
W-up: Warm-up.

Afkortingen van crosstraining oefeningen

A2G squat: Ass to the grass squat, een squat zo diep mogelijk uitvoeren.
BP: Bench press.
BS: Back squat.
C2: Concept to rowing machine.
C2B: Chest to bar pull-up, een pull-up met je borst tot de bar.
C&J: Clean & jerk, een olympic weightlifting oefening waarbij de barbell vanaf de grond naar de schouders en vervolgens naar de overhead positie wordt gebracht.
DL: Deadlift.
DU: Double under, een vorm van touwtje springen waarbij het touw twee keer onder je voeten door gaat in één sprong.
FS: Front squat.
HSPU: Handstand push-up.
KBS: Kettlebell swing.
KTE: Knee to elbow.
MU: Muscle-up.
OH: Overhead.
OHS: Overhead squat.
PP: Push press.
RC: Rope climb.
RD: Ring dip.
SDHP: Sumo deadlift high pull.
Strict: Een oefening moet strict, zonder kipping of heupbeweging, worden uitgevoerd.
SQ: Squat.
TGU: Turkish get-up.
TNG: Touch and go, een aantal barbell herhalingen achter elkaar, zonder dat je het gewicht op de grond laat zakken.
T2B: Toes to bar.
WBS: Wall balls.
WL: Walking lunge.

Wil je meer leren over crosstraining oefeningen? Bekijk dan een overzicht van alle oefeningen inclusief instructies.

Laat een Reactie achter